Hoe het Open Planbureau een nieuwe politieke bril ontwerpt

Agenda-setting is de belangrijkste strategie voor de korte termijn

Twee open ontwerpdagen heeft het Open Planbureau achter de rug: op 23 november en 14 december 2016. Een eerste middag waarin we de opgave van het Open Planbureau verkenden, en een tweede middag waarin we enkele analytische modellen tegen het licht hielden. Het bleek niet eenvoudig om overeenstemming te vinden – maar eenvoudig hoefde het ook niet te zijn.

Het Open Planbureau stelde zich bij de aftrap in november ten doel om een nieuw ‘politiek’ perspectief uit te werken: het perspectief van de commons. De commons verwijst kortweg naar ‘de gezamenlijke (erf)goederen van onze samenleving’ en het principe van open, collaboratieve actie. [1] Tijdens de twee werksessies werd dit perspectief verder verkend. Tijdens de beraadslagingen kwamen daarbij vier mogelijke rollen voor het Open Planbureau bovendrijven. Vier richtingen die elk urgent zijn en elk mogelijk de ontwikkeling van het Open Planbureau kunnen omschrijven:

  1. Het Open Planbureau als burgerforum. De wereld zoals die wordt gemodelleerd door het CPB is de gewone burger vreemd. Zaken die tellen voor het duurzaam welzijn van de Nederlander zijn gezondheid, zeggenschap en verbondenheid; schadelijk zijn stress, machteloosheid en doorgeschoten individualisme. Het Open Planbureau als burgerforum kan werken aan alternatieve categorieën vanuit de beleveniswereld van de gewone mens.
  2. Het Open Planbureau als planbureau. Het perspectief waar de oprichters van het Open Planbureau van vervoerd zijn, de commons, verdient nadere uitwerking. Dat als aanvulling op het werk van de drie huidige planbureaus. Dit drietal, CPB, PBL en SCP, produceert bovendien een heleboel nuttige onderzoeken en gegevens, waarvan sommige het commonsverhaal goed ondersteunen. Die vinden hun weg echter veel moeilijker naar politieke circuits of het publieke debat; iets waar het Open Planbureau werk van kan maken.
  3. Het Open Planbureau als kennisportaal. Diverse bottom-up netwerken in Nederland (en daarbuiten) werken al aan het verzamelen van ideeën en verhalen over de commons, coöperaties, deliberatieve democratie, etcetera. Voor het grotere publiek zijn deze inspanningen nog niet goed vindbaar. Een online kennisportaal kan in hapklare brokken de potentie van de commons omschrijven en bezoekers doorverwijzen naar meer informatie, bijvoorbeeld over beleid, beproefde coöperatievormen of beschikbare data.
  4. Het Open Planbureau als agenda-setter. De reden tot oprichting van het Open Planbureau was urgentie: wij signaleerden een gapend gat in de publieke discussie en willen dat opvullen. Nu is dat het perspectief van de commons, straks is dat misschien iets anders. Het Open Planbureau kan worden ingezet als een middel om ‘sprints’ te trekken en invalshoeken te presenteren die nu in het debat ontbreken.

Wij hebben nu afgewogen waar we onze aandacht het beste op zouden kunnen vestigen. De keuze is gevallen op optie 4: het Open Planbureau als agenda-setter. Wij zien op korte termijn vooral de urgentie om het commonsperspectief te agenderen en verder in te vullen. De andere drie opties zijn net zo nuttig, maar vooral geschikt voor de lange termijn.

Het Open Planbureau zal dus ook het commonsperspectief innemen tijdens de screening van de verkiezingsprogramma’s, die op 21 februari wordt uitgevoerd. Is dat dan wel neutraal?, luidt een voor de hand liggende vraag. Nee, is het korte antwoord. Maar het Centraal Planbureau draagt ook een bril: in hun geval een neoklassiek-economische. Het CPB-perspectief is misschien beter uitgewerkt en meer ‘mainstream’ dan onze commonsbril, maar niet per se meer valide. Wij zien een tekortkoming in de manier waarop het beleidslandschap nu wordt bekeken, en willen daar onze bijdrage leveren. Het ‘open’ in ‘Open Planbureau’ betekent immers dat wij eerlijk zijn over onze aannames; niet dat we alles tegelijkertijd proberen te doen, of met alle winden meewaaien.

[1] Commons, in het Nederlands ook wel ‘meenten’ of (als geheel) ‘het gemeengoed’ geheten, zijn gezamenlijk gecreëerde en onderhouden hulpbronnen en diensten (resources). Zij komen dus door civiele samenwerking in stand, in plaats van te worden ‘aangeboden’ door de markt of de overheid. In de praktijk gaat het om het bereiken van de juiste mengvormen van markt, staat en commons. De werkelijkheid bestaat al uit mengvormen, maar er is een bias richting de markt en de overheid; de rol van de commons wordt onderschat en is verzwakt. Door juist de commonsbril op te zetten, kunnen wij opnieuw de rollen en prioriteiten ontwerpen.